Ton Maas – de Volkskrant, Ode, IKON Radio, ConcertZender
Ton Maas
Wimme tovert diep emotionele klanklandschappen tevoorschijn
Om te beginnen mijn jaarlijstje 2004:
1.Diverse artiesten: Lullabies from the Axis of Evil (Kirkelig Kulturverksted)
2.Andrew Cronshaw: Ochre (Cloud Valley)
3.Ismail H. Demircioglu: Nasibolsa (Kalan)
4.Martin Carthy: Waiting for Angels (Topic)
5.Warsaw Village Band: Uprooting (Jaro)
6.Martin Lubenov Orkestra: Dui Droma (Connecting Cultures)
7.Tin Hat Trio: Book of Silk (Ropeadope/Rykodisc)
8.Huong Thanh: Mangustao (Act)
9.Chango Spasiuk: Tarefero de mis Pagos (Piranha)
10.Wimme: Gapmu (RockAdillo)
Qua mooiste moment zijn er drie gebeurtenissen die met elkaar wedijveren: het verpletterende optreden van shamisen-speler Shinichi Kinoshita met zijn kwartet tijdens de Womex in Essen, en dat van Sami-joiker Wimme in de theaterzaal van de Melkweg, tijdens Amsterdam Roots. Kinoshita bracht traditionele muziek op authentieke instrumenten, maar met de presentatie en allure van een rockformatie, compleet met headbanging en metal-achtige gitaristenposes. Dat klinkt misschien mal, maar zelfs een purist als Peter van Amstel (artistiek directeur van Rasa) was er als de kippen bij om deze act voor zijn podium te strikken.
Wimme overtrof alle verwachtingen die iemand op grond van zijn plaatoeuvre zou kunnen hebben. De joik mag dan in onze ogen een tamelijk ‘primitieve’ kunstvorm zijn, al ‘schilderend met de stem’ toverde de Fin diep emotionele klanklandschappen tevoorschijn die ook bij zijn Hollandse publiek diep bleken te resoneren.
Op de valreep kwam er nog een piekervaring bij: het optreden van de Warsaw Village Band in Rasa op 12 december. Jammer dat ik een paar dagen eerder al hun concert in Leeuwarden had gerecenseerd, want in Utrecht sloegen echt álle stoppen door.
Een spannende nieuwe ontwikkeling - zeker voor de ‘wereldmuziek’ als genre – is de opkomst van het thema-album. Lullabies from the Axis of Evil is in dat opzicht zowel een primeur als een historische mijlpaal, die ik niet snel overtroffen zie worden. Wie meer over deze bijzondere plaat wil weten, verwijs ik naar mijn artikelen in de Volkskrant en Ode.
Ook zeer vernieuwend én fraai is de cd Ochre van de Engelse folkveteraan Andrew Cronshaw. Samen met o.a. Abdullah Chhadeh op qanun en ûd creëert hij een geheel nieuwe kunstvorm die nog het meest lijkt op de Arabische maqam. Toch bevat de plaat uitsluitend traditionele Engelse volksliedjes. Je kan je oren niet geloven!
Over de festivals die ik bezocht, ben ik behoorlijk te spreken. Van de Music Meeting mag je verrassingen verwachten - en die waren er dit jaar ook, met Lucia Pulido, het Orient House Ensemble van Gilad Atzmon en het Zwitserse Stimmhorn – maar zelfs Amsterdam Roots bracht dit jaar aangename surprises, zoals de al genoemde Wimme en verder Sevara Nazarkhan uit Oezbekistan. Sfinks breidde het wereldmuziekpalet uit met oude muziek uit onze ‘eigen’ middeleeuwen en renaissance, meeslepend vertolkt door Ariana Savall, dochter van Jordi Savall en Monserrat Figueras. Het Gipsy Festival werd voor mij dit jaar gered door de jonge flamencozangeres India Martinez, want verwacht hoogtepunt Ivo Papasov pakte toch weer behoorlijk routineus uit, ondanks zijn sterke nieuwe plaat. Alleen van Route 04, opvolger van het Tilburgse Folkfestival, is me dit jaar weinig bijgebleven.
Waar ik voor komend jaar vooral naar uitzie, is het optreden van een van mijn persoonlijke helden, die helaas maar zelden ons land bezoekt. Componist en ûdspeler Anouar Brahem komt in april naar Amsterdam, samen met accordeonist Jean-Louis Matinier en pianist François Couturier. Als dat optreden net zo goed wordt als hun plaat Le Pas du Chat Noir, ligt het hoogtepunt van 2005 voor mij nu al vast!