-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Na de drijfnatte vrijdag besluit de zon zich op zaterdag maar weer veelvuldig te laten zien. Dat zorgt voor heel wat dagjesmensen die van de sfeer komen proeven op Parkfest in Eindhoven. Het werd op muzikaal gebied een wisselvallige dag, met Sido Martens en Vandiekomsa als mijn persoonlijke hoogtepunten, maar kinderziekten in deze eerste editie van het festival zorgden voor hinderlijke geluidsoverlast vanuit de Parkstage-tent.

Hoewel ik Parkfest nu al een warm hart toedraag, vanwege het enthousiasme waarmee de organisatie het festival op poten heeft gezet en de warme vriendelijkheid van de vrijwilligers die eraan bijdragen dat alles zo soepel mogelijk verloopt, werden vandaag enkele pijnpunten blootgelegd. Op donderdag was er al wat overlast door een soundcheck, die was er vandaag opnieuw en dit keer was er ook nog eens een fout in de programmering die er op het eind van de dag voor zorgde dat dansers tussen twee optredens moesten kiezen, waarbij het melodieuze en soms fijn intieme Naragonia regelmatig bijna werd overstemd door de bas en drum van de andere tent waar Ball Noir speelde.

Ball Noir

Toon van Mierlo blijft er wat laconiek onder, hij en zijn partner Pascale Rubens zijn professioneel genoeg om hun set ondanks het gedreun met verve uit te voeren, maar het moet hem af en toe toch van het hart in de aankondigingen, “We gaan een intiem walske spelen op de maat van de rocktent” klinkt het dan. Eerder op de middag had Hillbilly Hayride het al moeilijk met de soundcheck van King Dalton, waarop hun geluidsvolume omhoog werd geschroefd, maar of dat nou de juiste oplossing is…

Naragonia

Dit gezegd hebbende was er toch heel wat te genieten vandaag. Het is lekker binnenkomen met de KleZkoppen die traditioneler klinken dan je zou denken als ze hun klezmerrepertoire  aanduiden als vrijzinnig. In de Parkstage-tent zorgt Vandiekomsa voor een gemoedelijk Brabants sfeertje, waarbij ze vanaf het begin laten horen dat ze in een paar jaar tijd een volwassen band zijn geworden die het verdient om gehoord te worden. Ze beginnen gelijk sterk met het Lied Van De Kiepenboer en krijgen het publiek vlot meegetrokken in de ontspannen nostalgische sfeer die de groep uitstraalt. De band is uitgebreid met een accordeonist: “Kees Schoone is onze nieuwste aanwinst, we gaan door tot de twaalf” wordt er gegrapt. Hij geeft hier en daar een texmextintje of juist een extra scheutje melancholie mee aan de liedjes. Hoewel Ramon de Louw leadzanger is, wordt die rol soms ook vervuld door gitarist Hein Augustijn of snaren- en fluitjesman David Cornelissen, die zelfs een heuse traditional heeft geschreven met de Wijvendans. Bepaald niet politiek correct, maar hij krijgt met zijn waargebeurde verhaal (dat overigens nog moet gaan gebeuren) wel de lachers op zijn hand.

Vandiekomsa

Het project Zeeschuim is vandaag wat experimenteler van klank dan gisteren en de muzikanten lijken meer elkaar op te volgen dan dat ze een collectief vormen. Maar op deze dag zijn ook de Parkfestsupporters uitgenodigd voor een borrel. Zij hebben certificaten gekocht waarmee de organisatie van het festival werd mogelijk gemaakt, er zijn zelfs bands die hun gage hebben omgezet in certificaten om zo mee te delen in het risico. Organisator Justus Janssen en zijn team zijn er blij mee, zo konden zij niet alleen een feest op touw zetten voor zo’n 500 mensen die op dit moment op het terrein zijn, maar ook voor zichzelf. Dat wil nog niet zeggen dat er in 2015 een nieuwe editie komt van Parkfest, daarvoor moeten eerst alle financiële zaken afgewikkeld zijn en alle bedragen opgeteld en afgetrokken. Over een week of drie vier wordt meer duidelijkheid verwacht. De vele positieve reacties uit het publiek en van de optredende bands geven alvast aan dat er in elk geval heel wat mensen zijn die graag willen dat dit feestje een vervolg krijgt, Laten we hopen dat dat ook financieel mogelijk is.

Dan is het tijd om naar een persoonlijke favoriet te gaan. Sido Martens begint solo enigszins gespannen aan zijn optreden, al raakt hij na drie vier nummers steeds beter in zijn vel. Drumster Lielian Tan en bassist Willo de Bildt zijn zijn vaste begeleiders, maar omdat Sido 65 is geworden en 50 jaar bezig is met muziek wil hij er wat bijzonders van maken. Dat doet hij door de Sidolientjes te introduceren (hij had de term voor de grap doorgemaild, Justus Janssen van Parkfest dat volgens Martens net zo prachtig is als Folkwoods voerde de naam door), enkele dames waarmee hij tijdens zijn carrière heeft gewerkt. Tegenwoordig zingt hij in het Nederlands, maar er komt Fries repertoire voorbij met Trienke Hoogenberg, hun relatie begon in de jaren ’70 met “ik heb een cake gebakken”, als ze niet zelf hoeft te zingen staat ze regelmatig aan de zijkant te dansen op Martens’ muziek. Van Hanneke Luxembourg vond hij in 1974 op een festival dat haar stem klonk als die van Sandy Denny en dus (moeilijk voor te stellen in deze tijd van social media en internet) moest er een brief geschreven worden aan de organisatie wie deze dame eigenlijk was. Zij zingt de traditional Searching For Lambs. Later komt ze terug voor How Cruel Reigns The Sea, “uit de tijd dat ik nog liedjes in het Engels maakte omdat ik niet durfde in het Nederlands.” Tegenwoordig doet hij niet anders dan liedjes maken in zijn moerstaal, en dat doet hij regelamtig met Annemarieke Coenders, die haar warme stem leent aan het meer recente Dwingelandij. Op het einde van de set komt Merlins Melody voorbij, met de drie dames samen, eindelijk hoor ik iets van Farmers Union, een band waar Martens deel van uitmaakte nog voor hij bij de bekende groep Fungus terechtkwam. Het heeft een karakteristiek jaren ’70 folkrockgeluid, Lielian Tan vertelt me na afloop dat ze er speciaal op heeft geoefend. Met zijn nieuwe, ingetogen versie van Kaap’ren Varen maakt Sido Martens zijn unieke optreden helemaal af. Een andere Nederlandse folkheld, Fred Piek (ook van Fungus), zit in het publiek en is een meer dan gewillige getuige van dit bijzondere concert van zijn oude muziekmaat.

Hanneke Luxembourg, Annemarieke Coenders, Trienke Hoogenberg, Willo de Bildt, Sido Martens en Lielian Tan

Afgelopen dagen werd regelmatig gevraagd wie eigenlijk Frans de Brouwer is, de naamgever van het derde podium. Met emotie in zijn stem vertelt Tinus Kanters over deze enthousiaste vrijwilliger van Folkwoods, die helaas vorig jaar in november plotseling overleed, om vervolgens het stokje weer over te geven aan de organisatie van Parkfest.

Le Cirque du Platzak weet achter op het terrein heel wat mensen te vermaken met hun acrobatische capriolen en muzikaal theater, een Belgische fotograaf vat het uitstekend samen: "Ik heb me een kriek gelachen," hij moet duidelijk nog even bijkomen van dit hilarische gebeuren, dat overigens wel heel sterk in elkaar zit. Hillbilly Hayride weet de bezoekers te vermaken met bekende covers in bluegrassstijl.

Vervolgens draait de zaterdag vooral om stevige (folk-)rock. King Dalton zorgt voor een flinke bak herrie maar het heeft wel wat. In hun rock-outfit en het harde geluid met een jaren ’70 retrogevoel dat ze produceren herken je de broers Jonas en Pieter de Meester nauwelijks terug, maar als Pieter de sax ter hand neemt is daar gelijk het herkenbare geluid dat ook de jonge folkgroep AedO jaren terug een eigen kleur gaf. Zijn stemgeluid blijkt goed samen te gaan met dat van Jorunn Bauweraerts van Laïs, die percussie-instrumentjes laat horen en een keer met een autoharp een folky tint geeft aan het geheel, dat voor het leeuwendeel nog weinig met folk te maken heeft. Gehoorbescherming is bepaald geen overbodige luxe hier, al wordt het volume tijdens het optreden nog wel ietsje teruggedraaid, waardoor de tweede helft net wat lekkerder aanvoelt. Mij overtuigen ze vooral met de eerder genoemde samenzang en sax, en met de toegevoegde banjo- of lapsteel-achtige partijen die Jonas de Meester neerzet.

King Dalton

Na dit optreden doet De Vliering weliswaar zijn best om stevig te klinken, maar het voelt lief aan na het doorstomende geweld uit België. Er is wel een wereld van verschil met het Benefiet voor Folkwoods vorig jaar, nu is de geluidsbalans veel beter, waardoor de accordeon en het dameskoortje heel wat beter tot hun recht komen. Tekstueel zit het lekker in elkaar, alleen moeten de liefhebbers nog een tijdje wachten op een cd, in september duikt de band de studio in.

Ondanks de kinderziekten waar een eerste editie nou eenmaal altijd mee te maken krijgt blijkt ook de zaterdag van Parkfest toch een geslaagde en vooral helemaal droge dag.