-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Na afloop hoeft een fervent danser niet lang na te denken over zijn favoriet: "Tribal Jâze! Ik raakte helemaal in een flow!", terwijl andere dansers hun voorkeur vinden in Le Manège of de Gonnagles, die dit weekeinde lieten zien dat een Nederlandse band minstens zo goed een feestje kan bouwen als hun Franse collega's. CaDansa in Utrecht was weer een waar feest voor de balfolkies onder ons.

Even leek er een kink in de kabel te komen voor CaDansa, toen enkele maanden geleden de regels in de Musketon in het Utrechtse Lunetten werden veranderd door het nieuwe beheer daar. Gelukkig kreeg organisatrice Louise Marius het voor elkaar dat het festival (dat vorig jaar tot diep in de nacht mocht doorgaan) tot drie uur 's nachts kon plaatsvinden op vrijdag en zaterdag. Dat heeft als voordeel dat er goed op gelet wordt dat het programma niet al te lang gaat uitlopen en voor de nachtraven zijn er her en der in de stad of bij mensen thuis nog mogelijkheden voor een afterparty. Aan de andere kant betekent het ook dat er nu meer druk op de organisatie ligt om op schema te blijven, dus is er minder tijd voor leuke spelletjes tussen de optredens door of voor een extra lange toegift. Bovendien mag dit keer niet het hele gebouw gebruikt worden, dus moet er voor diverse workshops op zaterdag uitgeweken worden naar de nabijgelegen sporthal en is het in de foyer wel erg druk als er even geen optreden is op het hoofdpodium, en dat terwijl er op basis van de ervaring van vorig jaar iets meer kaartjes verkocht waren (zo'n 330 i.p.v. 300). Maar ondanks deze locatieperikelen wist de organisatie er ook deze tweede editie toch weer een sterk festival van te maken, met goede bands, fijne muziek en natuurlijk volop dansplezier. Het eten is opnieuw goed verzorgd, al is er geen dagmaaltijd dit jaar omdat de keuken van de Musketon niet gebruikt kan worden. Niets ten nadele van de lekkere soepen, broodjes, quiches, salades en zoetigheden, maar met name op de lange zaterdag zou een maaltijd zeer welkom zijn.

Maar goed, genoeg over allerlei nevenperikelen, het belangrijkst is het festival zelf en dat wist zonder meer te overtuigen. Dat begint al op vrijdag met de eerste band, Le Manège, een in de lente begonnen nieuw samenwerkingsverband tussen enkele gerenommeerde muzikanten uit de balfolk: Amélie Denarié (Les Zéoles, diatonische accordeon, glockenspiel, senza, zang), Anne Guinot (Les Zéoles, Sons Libres, chromatische accordeon, glockenspiel), Adama Diop (Sons Libres, percussie, zang) en Jean-Laurent Cayzac (La Machine, contrabas, elektrische gitaar, guitalele). De groep is gelijk een van de hoogtepunten van het festival, met een heerlijk vervreemdende intro, een fijne jig ingeklemd in een geslaagde Louis Armstrong-imitatie met jazzy invloeden, mooi ontspannen samenspel van de accordeons en in de toegift een mazurka die prachtig subtiel eindigt met glockenspiel en ingehouden gitaar. Jammer dat de gesproken delen tussendoor niet goed verstaanbaar zijn, zo mis je veel komische elementen, maar op muzikaal gebied maakt Le Manège alle hooggespannen verwachtingen waar.

Le Manège

En dan moet La Machine nog komen, de band speelt niet vaak in Nederland, de laatste keer dat ik ze zag was op Trad.it! in 2009, toen wisten ze indruk te maken en ook deze avond worden ze enthousiast ontvangen door de dansers. Denk je dat ze nog met de soundcheck bezig zijn, gaan ze vloeiend over in hun dynamische optreden met tussendoor een gezongen ballade, waarop dan ook nauwelijks gedanst wordt maar geluisterd. De groep weet namelijk niet alleen de benen, maar ook de oren geboeid te houden, er staat vaak een flinke groep dansers te luisteren bij het podium (maar dat kan ook aan het feit liggen dat ze wel heel veel bourrée's spelen). In elk geval is er prachtig samenspel van draailier en doedelzak of viool, aangevuld met een contrabas en heerlijk ontspannen percussie en hier en daar een crossover met Afrikaanse ritmes en uitbundige zang, maar ook fijn ingetogen subtiele ballades voor een intieme wals of mazurka. Bij de cercle in de toegift doet het geluid van percussie en bas samen zelfs denken aan een Australische didgeridoo.

La Machine

Er is ook het hele weekend een open podium, waar ik tussendoor nog even wat meepik van Wouter Kuijper, die met zijn accordeon romantische deunen verzorgt voor enkele tientallen dansers die nog lang niet moe zijn na de energie van La Machine en het kleine zaaltje goed vullen.

Ook het Belgische Snaarmaarwaar zet zijn beste beentje voor op CaDansa, met de nieuwe mandolinespeler Ward Dhoore. Hij is eigenlijk gitarist, maar maakte zich in een paar maanden tijd de mandoline eigen en toont zich een waardig opvolger van Peter-Jan Daems in dit sprankelende trio, dat zichzelf opnieuw lijkt uit te vinden. Jeroen Geerinck zorgt op gitaar nog steeds voor een lekkere drive achter de mandolines van Dhoore en Maarten Decombel, maar als dat nodig is kan hij ook heel subtiel ondersteunen, bijvoorbeeld bij een intieme mazurka. Telkens als de mannen na een rustiger tempo weer even aanzetten wordt dat met gejuich ontvangen, de dansvloer blijft tot het laatst goed gevuld.

Snaarmaarwaar

Op zaterdag ga ik even langs bij een paar workshops, zo legt Jeroen Geerinck verschillende technieken, zoals een dubbele slag of dempen, voor aan zijn studenten, en hoe paradoxaal dat ook lijkt juist door losser te spelen kun je soms meer dynamiek aanbrengen in je melodie en akkoorden. Perception in dance van de Portugese Catarina Ascensao ziet er een beetje uit als ouderwets hippiegedoe, maar leert dansers wel onder meer gevoel voor aanwezigheid van anderen op de vloer. En waar Sophie Cavez vorig jaar liet zien dat zij zich vooral richtte op de bassen van haar accordeon, focust Marie Constant juist op de balg, als je een instrument wil leren kennen blijkt het toch handig om workshops bij diverse muzikanten te volgen.

Dan is er weer bal, Duo Thézé is fijn intiem met vader Eric en zoon Samuel op bandoneon en klarinet of sax, Eric neemt af en toe plaats aan de piano. Mooi blijft zijn uitvoering van het Italiaanse partizanenliedje Bella Ciao. Omdat de deunen zo subtiel en rustig zijn klinkt er af en toe een flinke shhh door de zaal om de kletsers te ontmoedigen.

Het is alweer een paar jaar geleden dat ik de Gonnagles voor het laatst zag, maar dat blijkt inmiddels een van de topbands op balfolkgebied in Nederland. Ondanks enkele muzikale missertjes zetten zij een erg sterke set neer. In eerste instantie hebben ze wel last van wat rondzingend geluid, maar dat is snel vergeten door de opwekkende variatie aan stijlen die ze laten horen, van Balkan tot gezongen poëzie. Bij een andro weten ze met ingehouden getokkel op drie violen de aandacht te trekken en de gedichten van zangeres Moes passen wonderwel in het repertoire. Een gavotte de l'Aven doet met blazers en percussie bijna gothic donker aan, maar de licht melancholieke accordeon van Erik de Jong breit er dan toch een fijn klein eind aan, vervolgens gaat een polka met een fluitje en de blazerssectie weer vrolijk richting Balkan en horen we swingende salsa in een bourrée. Van blues met een scheut klezmer naar vrolijke polka is ook al geen enkel probleem blijkt uit de tweede toegift.

Gonnagles

Bij Les Zéoles (twee getalenteerde dames op respectievelijk een diatonische accordeon plus af en toe klokkenspel en chromatische accordeon) wordt het opnieuw subtiel romantisch. Op een gegeven moment wordt het in de zaal zelfs zo stil dat je de regen met bakken op het dak hoort vallen. Mazurka, scottisch, rondeau en couple, het gaat erin als koek. Ter afsluiting nog maar een gavotte de l'Aven, met klokkenspel.

Les Zéoloes

In de toegift is er een gast op percussie: Cédric Hergault van Tribal Jâze die daarna mag aantreden. En ja, je kan er best een andro op dansen of een mazurka, de muziek werkt hier en daar zelfs lekker hypnotiserend, maar deze mannen zijn ook bijzonder vermakelijk om naar te kijken. Ze hebben immers altijd de zon bij zich vertelt Hergault, om vervolgens een soort shaker uit zijn zak te halen, waarmee inderdaad een lekker zuidelijk klinkende chapelloise wordt ingezet. Het optreden is speels met onder meer acrobatische fratsen en een klapspelletje zoals we van vroeger op het schoolplein kennen. In de toegift hebben ze hun eigen adorerende fans mee op het podium (of hoort dat ook bij het spelletje Gotcha! dat dit weekend door de bezoekers enthousiast gespeeld wordt?). De aanstekelijke capriolen zijn erg goed dansbaar, al zit er wel heel veel herhaling in muzikaal gezien.

Tribal Jâze

Loubelya met Rolland Martinez (contrabas, klarinet), Camille Passeri (trompet) en Marie Constant (diatonische accordeon) is dan heel wat aantrekkelijker om naar te luisteren, met jazzy invloeden en een snufje klezmer als de klarinet gehanteerd wordt. Inmiddels is de zaal al een stuk leger, dat is jammer voor de muzikanten die minstens zoveel ziel in de deunen leggen al is het met minder spektakel. Ze zijn blij met een festival dat massages aanbiedt voor de muzikanten en laten dat in hun bijzonder lome ontspannen dansen ook horen, ter afwisseling mag er soms een meer uptempo stuk doorheen. Hun spannende uitvoeringen houden mij in elk geval nog wakker en de bugel bij de wals in 8 geeft ronduit kippevel. Ze hadden graag hun nieuwe cd meegenomen, maar die wordt door allerlei omstandigheden helaas pas aan het eind van het jaar, misschien wel pas in januari verwacht.

Loubelya

Nog een Nederlandse formatie, El Peppah, begint de zondag rustig aan met intieme andro en wals, maar wil de dansers niet in slaap laten vallen dus gooien ze er ook maar een lekker opwekkende kost ar choad doorheen, waarin ze dan toch weer een rustig walsje inbedden. De groep bestaat nog niet zo lang, maar toont groei en dat ze op dit podium mogen staan zal daar ongetwijfeld bij helpen. Ondertussen neem ik een kijkje bij het open podium, waar Auke & Martijn op accordeon en klarinet spelen. Fijne muziek, helaas zijn er maar een stuk of drie mensen als publiek en geen enkele danser. En nou is Zotte Kadulle best een leuke melodie, maar om wat meer bezoekers te trekken gaan ze al spelend de foyer in en krijgen warempel twee mensen en twee fotografen mee op Joepie Joepie is gekomen (dat had ik al jaren niet gehoord). Wanneer ze een mazurka inzetten zijn er enkele koppels, maar in de loop van de dans is El Peppah klaar en loopt de dansvloer dan toch helemaal vol.

In de foyer liggen kopieën van een artikel uit NRC Weekend. Balfolk blijkt een van de manieren om aan 'social dancing' te doen, naast bluesdansen, lindyhop of balbao. Het artikel stopt de dansers overigens wel een beetje in hokjes, terwijl ik om mij heen zie dat de balfolkies lang niet allemaal uit de fantasywereld komen, integendeel zelfs, en dat veel van hen graag ook een andere variant (zoals tango of bluesdansen) uitproberen. Ach, het is natuurlijk wel mooi dat deze vorm van folk eens onder de aandacht komt van een landelijke krant.

Grégory Jolivet is een gevierd draailierspeler en laat bij de stand van de Stichting Draailier en Doedelzak in een demo alvast horen waaraan hij zijn reputatie te danken heeft, maar pas bij het optreden met Rue Pascale komt zijn spel helemaal tot zijn recht. Samen met zijn companen Thierry Pinson op accordeon en altsax plus Cyril Berthet op dwarsfluit of soparaansax maakt hij verfijnde dansdeunen die ook weldadig zijn voor een gewone luisteraar. Het trio stond eigenlijk op het programma als kwartet, maar helaas lukte het trombonist Fabrice Guignard niet om deze middag erbij te kunnen zijn. Deze heren zijn echter niet voor een kleintje vervaard en weten met hun uitstekende spel gemakkelijk te overtuigen.

Dan is CaDansa 2013 bijna ten einde, maar niet zonder bedankjes. Want organisatrice Louise Marius kon dit natuurlijk niet in haar eentje op poten zetten, bij deze dus alle complimenten voor het team bestaand uit Cecilia, Gijs, Arjen en Veronique, die er samen met enkele tientallen vrijwilligers opnieuw een heel mooi feest van hebben gemaakt. Ondertussen zit Sons Libres klaar voor het slotoptreden, en dat swingt de pan uit. Met een vrolijk gezongen scottisch roept iedereen enthousiast mee als het woord Sénégal voorbijkomt. Zowel percussionist Adama Diop als accordeoniste Anne Guinot waren al eerder te zien op dit podium tijdens het festival en samen maken ze er een zinderend slot van met heerlijke uptempo dansen met veel zang (vaak in het wolof, de moedertaal van Diop). Tegelijk stelt het duo hun nieuwe album Contes De Pluie voor, een toepaselijke titel gezien de vele regen die dit weekend valt. Een stuk daarvan vormt een fijn rustpunt: La Marée, waarin tijdens een langzame wals het verhaal verteld wordt van een visser en het meisje dat hij zwanger maakt. Een van die fijne tragische vertellingen die folk zo mooi maken. Een ander muzikaal juweeltje voor mij is de Mazurka Des Anges, een ingetogen melodie voor hen die er niet meer zijn.

Sons Libres

Na dit optreden is er helaas geen tijd om de winnaar bekend te maken van het Gotcha!-spel, maar CaDansa krijgt wel een bijzonder einde met een spelletje. Muisstil staan de dansers in kringen en maken een bepaalde beweging (wrijven, vingerknippen) als ze aangetikt worden. Zo stil dat als er iemand niest spontaan gelach uitbreekt. Met een laatste dans (iets tussen een polska en hanterdro in?) begeleid door Diop en Guinot is het dan echt afgelopen. Wie dat wil mag nog naar de afterparty in het centrum, maar dat slaan we maar over, het was een mooi weekend met prachtige muzikale indrukken.