Jethro Tull gaf vorige week twee concerten in het Tilburgse 013. Twee keer uitverkocht. En het was bijzonder de moeite waard, mede vanwege de inbreng van de piepjonge Amerikaanse folkvioliste Ann Marie Calhoun. Recensent Rinus van der Heijden kwalificeert haar in het Brabants Dagblad als een bedreven violiste die ook het genre bluegrass tot in de puntjes beheerst.

Hier nog enkele passages uit de recensie in het Brabants Dagblad:

...Ian Anderson c.s. plaatsten hun traditie in een nieuw perspectief: dat van (semi-)akoestische muziek. (...) Jethro Tull opende het drie uur durende concert met 'Living in the Past'. Onmiddellijk gevolgd door een tweede hit: 'Skating Away On The Thin Ice Of A New Day' van het album 'Warchild'. Dat waren opwarmers voor het échte akoestische element: dat van het samenspel van Andersons fluit met de viool van de Amerikaanse Ann Marie Calhoun. Een prachtig samensmeltende combinatie. Die overigens behendig langs de grenzen van kitsch manoeuvreerde en daardoor kaarsrecht overeind bleef. Ann Marie Calhoun is een bedreven violiste, die ook het genre bluegrass tot in de puntjes beheerst. Zij toonde haar bedrevenheid in een oud stuk van countrylegende Bill Monroe. Jethro Tull hield zich niet alleen bezig met bekend werk. Integendeel. Intrigerend was het obscure 'King Henry's Madrigal' en ook 'Jacqueline'. Gedompeld in de typische Tull-sound: Andersons prominente stem- en fluitgeluid en het veelal medium-tempo waarop de muziek zo gedijt. Plus de mix van stijlen: rock, soft-jazz, zydeco, hillbilly, Schots en nog meer. Bij akoestische muziek ligt het voor de hand dat er klassiek opduikt. Dat was ook hier zo met een Mozart-medley en zelfs een improvisatie op de statige muziek van de oude Bach. Naar het einde van het concert toe ging Jethro Tull over op wat ruigere rock. Zo kende het publiek zijn favorieten weer...