De Britse singer-songwriter Pete Morton is voor een paar concerten in de buurt. Afgelopen dagen stond-ie op podia in Amen, Zwolle en Heerlen, aanstaande zondagmiddag 29/10 bij Roepaen in Ottersum. Over het concert in het Papenstraattheater in Zwolle lazen we in De Stentor een recensie van de hand van Dick Laning. Hij constateert dat Morton van een angry young man is uitgegroeid tot een man die de zon ziet schijnen.

Het relaas van Laning is té fraai om het de folkliefehebber van buiten het verspreidingsgebied van De Stentor te onthouden:

Het was een klein wonder toen vorig jaar de Top 2000 opeens werd aangevoerd door een Nederlandstalig lied. En dan ook nog een lied dat toen al een jaar of dertig oud was en in 1996 op cd verscheen: Avond van Boudewijn de Groot. Misschien zijn het de hoopvolle woorden van Lennaert Nijgh en een zweem van intieme religiositeit die dit lied zo geliefd maken. Waar bij Boudewijn de Groot, hoe mooi ook, altijd de koelte blijft klinken, klinkt zaterdagavond in het Papenstraattheater een gepassioneerde uitvoering van Avond door Pete Morton. Een Britse singer-songwriter met een uniek eigen repertoire die opeens in verstaanbaar Nederlands dit lied zingt - een prachtig moment dat de universele kracht van Avond veel duidelijker openbaart dan de topnotering vorig jaar.

Dat Pete Morton gecharmeerd is van dit lied is begrijpelijk, want de optimistische toon voegt zich met gemak in die van zijn eigen teksten. Hoewel hij zich ooit in zijn allereerste optreden in ditzelfde theatertje nog liet gelden als een ‘angry young man' met een stijl die meer verwant was aan punk dan aan folk, is Morton nu de man die de zon ziet schijnen.

Hoeveel logischer was het niet geweest als zijn scherpe blik de hufterigheid van deze wereld had vertaald in cynische teksten, zoals veel van zijn collega's doen. Morton daarentegen overziet het slagveld en telt de kansen, zoals in zijn hoogstpersoonlijke klassieker Another Train. Of hij registreert het trieste lot van bootvluchtelingen in The Shores of Italy, zonder er een oordeel over uit te spreken. In zeggingskracht doet zo'n verhalend lied niet onder voor de beste van iemand als Eric Bogle, zoals No Man's Land. Het is ook in dit soort liederen dat de man van Leicester zich laat kennen als een klassieke folkzanger.

In The Busker's Song verhaalt hij van de straatzanger die wordt gevraagd binnen te spelen. Dat is zoals je hem zelf ervaart. Met een stem die menigten aankan, een uitstraling die je niet kunt negeren, eenvoudig gitaarspel, interessante verhalen, een eigen blik op de wereld en liedjes die blijven hangen, is hij de ultieme straatzanger die overal ter wereld een dak boven zijn hoofd verdient.

Misschien getuigt het ook juist wel van rebellie om te zingen van de horizon als je de wereld om je heen naar z'n mallemoer ziet gaan. Of om in een vreemde taal te zingen ‘Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij'.