Het zit erop. Na zeven jaar stop ik met mijn bijdragen aan Folkforum.nl.

Zo, dat is eruit. De cursusleider bij de ‘chefs-training' had het jaren geleden al eens tegen me gezegd: ‘Als je slecht nieuws te melden hebt, doe dat dan aan het begin van het gesprek. Zonder omwegen, meteen duidelijk.'

Maar is het wel zo'n slecht nieuws? Zij die zich ergerden of zelfs boos maakten om mijn kritische opmerkingen in recensies - hoe opbouwend ook - vatten er misschien wel een borrel op. Proost!

En er is wat voor te zeggen dat het goed nieuws is als een 57-jarige plaats maakt voor jongeren. Overigens zit er niet enkel deze nobele gedachte achter mijn terugtreden. Het gas moet ook wat van de plank vanwege mijn gezondheid.

Deze site gaat gelukkig - ook zonder mij, ha, ha - gewoon door. Onze eindredactie werkt geïnspireerd verder, samen met enkele deskundige medewerkers. En dat alles op vrijwillige basis. Nieuwe medewerkers worden benaderd. Ik heb een paar hengeltjes uitgeworpen. Dat ziet er goed uit.

Als oprichter van Folkforum blijf ik deze site natuurlijk volgen. Maar dan gewoon als een van de 1000 muziekliefhebbers die dagelijks enkele keren het web opgaan om te kijken of Folkforum iets nieuws te melden heeft. Ach ja, wat betekenen die cijfers. Ik weet nog dat ik destijds opgewonden vaststelde dat er 30 (!) mensen op één dag op FF hadden gekeken... Enthousiast wisselde ik ervaringen uit met Stefan Feys, die toevallig op hetzelfde moment in België de website Folkroddels was begonnen.    

Eventjes een beetje geschiedenis:

In de jaren zeventig maakte ik de folkrevival mee. Ik had het geluk samen met enkele doortastende maten een mooi jaarlijks internationaal folkfestival op poten te kunnen zetten in Moergestel. Als journalist schreef ik over folk en aanverwante muziek in regionale kranten.

Toen de belangstelling voor ‘onze muziek' inzakte - en er enkel nog een paar man afkwam op keltische folk -  zocht ik voor concerten en festivals (Dranouter) mijn heil in Vlaanderen. Vanaf 1990 draaide in Zwolle weliswaar tegen de verdrukking in een jaarlijks folkfestival maar dat programmeerde noodgedwongen hoofdzakelijk keltisch. Met dank aan volksmuziek-cursussen in ondermeer Gooik, kwam in België halverwege de jaren negentig een indrukwekkende nieuwe folkrevival op de gang.

Die fantastische Vlaamse ontwikkeling drong aanvankelijk niet of nauwelijks tot ons land door. Daar moest iets aan gebeuren, vond ik. Ik verzorgde mijn aandeel in de Brabantse regionale dagbladen. En het gerespecteerde magazine New Folk Sounds berichtte erover. Maar ik vond dat een breder publiek moest weten hoe mooi het was.    

Terwijl in ons land bij folk enkel gedacht werd aan reels, jigs en soms een ballad - en er nogal wat Celtic Nights georganiseerd werden -  besloeg de revival buiten onze landsgrenzen een veel breder terrein. Vooruitstrevende Scandinavische folk, Amerikaanse roots, folk uit het Mediterrane gebied, uit Oost-Europa, Frankrijk, België, etc. Bij onze zuiderburen floreerde de Vlaamse folk met in de frontlinie nieuwe jonge bands als Fluxus, Ambrozijn en Laïs.

Via concert- en festivalbezoek over de grens, via de Vlaamse radio en via de regionale pers drong die aantrekkelijke verbreding steeds meer door tot onze zuidelijke provincies. Het is dan ook daar dat in het jaar 2000 enkele in het oog springende nieuwe folk-initiatieven ontstonden in de vorm van  splinternieuwe festivals als het International Folk Festival Tilburg en Folkwoods. Ambitieus en breder  geprogrammeerd dan festivals die zich tot dan hoofdzakelijk beperkten tot keltische folk. Ook ‘Zwolle' pakte die draad op en programmeerde breder. Nieuwe bandjes en singer-songwriters stonden op. Concertreeksen en nieuwe podia dienden zich aan.

Regionale kranten en regionale omroepen maakten er voorzichtig melding van. Landelijke pers, radio & tv zwegen in alle talen. Was het voor hen te regionaal, of zat het  geitenwollen sokken imago nog dwars? Ik sloot dat laatste niet uit, want dezelfde  generatie journalisten die in de jaren tachtig folk opzadelde met dat stoffige imago en ‘onze muziek' vervolgens doodzwegen, maakte nu de dienst uit bij de media.  

Als journalist bij een regionaal dagblad keek ik dagelijks andere regionale kranten in. Ik las daar tal van artikelen over ‘onze muziek', zoals cd-recensies, interviews met plaatselijke folkartiesten, met organisatoren, etc. Maar niemand buiten het verspreidingsgebied van zo'n regionale krant kwam die ‘folknieuwtjes' te weten. Dat smeekte om actie. De opkomst van internet kwam als geroepen. De snelheid van dat medium sprak me aan. Je schrijft een bericht, zet het op je website, en een paar minuten later kan de hele wereld het lezen... In het najaar van 2001 wist ik hoe het zou moeten.

Als digibeet kreeg ik hulp van fotograaf Martijn - nu onze schoonzoon - die de Folkforum-site in elkaar knutselde.  In maart 2002 verscheen Folkforum voor het eerst op internet. Ik citeerde met bronvermelding ‘folkberichten' uit de regionale pers, ik duikelde nieuwtjes op en schreef recensies. Al snel kreeg ik daarbij steun van een aantal zielsverwanten, zoals zwager Paul met wie ik destijds de festivals in Moergestel programmeerde. Zo konden we meer aan eigen nieuwsgaring, verslaggeving en opinievorming doen. Lezers uit alle hoeken van het land maakten ons attent op artikelen die ze in hun ‘tante Betje' hadden gelezen en die misschien ook interessant waren voor Folkforum. Twee jaar later stak Bert Spin de site in een nieuw jasje. Nieuwe medewerkers dienden zich aan. Zo is Folkforum.nl van lieverlee uitgegroeid tot wat het nu is.

Een uit de hand gelopen heerlijke hobby...

Met hulp van al die anderen - bedankt! - heb ik deze ‘hobby' zeven jaar vol gehouden. Ik vond het prachtig om te doen. Ik stop vanwege leeftijd en gezondheid. Vanaf het moment dat mijn web-plannen vorm kregen, heb ik me constant volledig gefocust op Folkforum. Bij alles wat ik hoorde, zag en las, had ik steeds mijn folkforum-voelsprieten uitstaan. Ook nadat ik in de loop van 2004 vanwege MS stappen terug had gedaan - en Ronald Rietman & Mirjam Adriaans veel werk overnamen - bleef mijn focus er 24 uur per dag op gericht. Bij een afnemende energie slokte het me dusdanig op, dat andere belangrijke zaken erbij inschoten.  

Daar komt nu tijd voor. Vanwege 100 procent afkeuring ben ik namelijk ook volledig gestopt als journalist. Vervelen zal ik me niet. Ik wil van alles, maar wel met mate. Opknapbeurten in huis, zelf weer eens wat muziek maken, lekker onbevangen naar concerten en festivals gaan (tot dan!), meer met mijn kleindochter op pad, met mijn vrouw de weldadige rust van de Noordzee inhaleren, vrijwilligerswerk, etc.

Genoeg plannen dus.

Nu eerst even een tijdje helemaal niks, het hoofd leegmaken, en rustig bekijken welke nieuwe dingen op mijn pad komen. Zoals gezegd, Folkforum blijft bestaan. Oók deze rubriek. Een andere medewerker van het eerste uur, Assie Aukes,  gaat er een eigen invulling aan geven. Bovendien zullen er vaker gastschrijvers in te vinden zijn. Ik zal het met plezier blijven volgen.

Henk